Wat duplo genen doen: Beetje differentiatie
Met twee
genen in plaats van één gen kun je meer van hetzelfde doen, maar twee genen
geven ook de mogelijkheid dat elk gen net iets anders gaat doen. Dat begint
natuurlijk langzaam – een beetje anders gaat gemakkelijker dan in één klap iets
heel anders doen. Er komt een verhaal over het enzym amylase als voorbeeld van
kleine verschillen tussen gedupliceerde genen, in Drosophila melanogaster. Voordat ik het vergeet: dit beest dus:
Drosophila melanogaster larven en vlieg |
Genen coderen
meestal voor eiwitten – er zijn ook wat genen voor transfer-RNA's en zo. De
genen die voor enzymen, ook eiwitten, coderen, zijn vaak goed bestudeerd. Van
zulke genen is gemakkelijk te zien wat ze doen: voor dat enzym coderen, en van
een enzym kun je zien hoe goed het werkt onder verschillende omstandigheden.
Als er genetische variatie is in een gen voor een enzym, en je hebt wat geluk,
dan is die genetische variatie zichtbaar te maken in het enzym. Genetische
variatie in het DNA kan leiden tot een ander aminozuur in het enzym, en een
ander aminozuur kan tot een andere lading van het enzymeiwit leiden. Sommige
aminozuren hebben namelijk een zure of basische zijketen, en dan heeft het
enzymeiwit een lading in een electrisch veld. Als je dan over een gel met bufferoplossing
een electrisch veld aanbrengt, stroom door de gel laat lopen, lopen de eiwitten
mee met de stroom, of er tegen in, al naar gelang de lading. Dat heet
gelelectroforese, en het is de oudste manier om heel veel genetische variatie
op het spoor te komen.
Het enzym
amylase breekt zetmeel af. Wij hebben amylase in de speeksel klieren en de
darm. Drosophila melanogaster heeft
ook amylase, in de darm, en vliegen kunnen dan ook zetmeel afbreken. Het
amylase enzym bij Drosophila melanogaster
bleek extra interessant omdat het veel genetische variatie had met prettige
extra eigenschappen: het gen voor amylase was er soms in enkelvoud en soms in tweevoud,
er waren zes varianten die verschilden in loopsnelheid in een electrisch veld,
en die varianten verschilden ook nog in enzymactiviteit. De varianten hadden
vaste combinaties, en door kruisen werd duidelijk welke varianten samen
voorkwamen.
Vroeger had
ik hier foto's en dia's van .. in de voor-powerpoint tijd
De
enzymvariant met de hoogste loopsnelheid in een electrische veld heet AMY-1,
afkomstig van allel Amy1. Ik
gebruik verder alleen de namen van de allelen. Verzamelen uit wilde populaties Drosophila melanogaster vliegen en
kruisen leverde op dat er de volgende combinaties in de natuur homozygoot gevonden
worden; ik laat AMY of Amy weg:
1 1,2 1,3 1,4 1,6
3,6 4,6 5,6
uit de tijd dat ik college gaf |
Amy-p en Amy-d
verschillen – een beetje. Amy-d heeft in natuurlijke populaties de
electroforetische varianten 2, 3, 4, 5, 6. Amy-p
heeft de electroforetische varianten 1 (zelfs met onderverdeling naar
genexpressie), 2, 3, 4 en 5.
Het
interessante komt bij de bepalingen van de enzymactiviteit per band. Er zijn twee
studies die Drosophila melanogaster
larven op verschillend voedsel laten leven (Hickey en Bendel 1982, Bendel en
Hickey 1986). Er werden larven die twee banden lieten zien gebruikt, homozygoot
4,6 of heterozygoot 1,6. Dus steeds waren twee bandjes afkomstig van dezelfde
larf. Van die larven wordt (bij gekozen vast stadium) gescoord wat de
enzymactiviteit per bandje was. Dat geeft de volgende resultaten:
|
|
enzymactiviteit
|
|||||
|
Amy gen
|
proximal
|
distal
|
proximal
|
distal
|
proximal
|
distal
|
Voedsel
|
|
Band 4
|
Band 6
|
Band 1
|
Band 6
|
band 4
|
band 6
|
zetmeel (10%)
|
|
5.58
|
5.42
|
5.55
|
5.75
|
4.92
|
4.45
|
suiker (10%)
|
|
4.2
|
4.32
|
1.87
|
3.75
|
3.57
|
3.82
|
|
verhouding
|
1.33
|
1.25
|
2.97
|
1.53
|
1.38
|
1.16
|
De
enzymactiviteit bij zetmeelvoer is altijd hoger dan bij suikervoer.
Het punt
hier is de mate waarin de enzymactiviteit anders is. Bij een bandje afkomstig van
het gen Amy-proximal is binnen
dezelfde larven de verhouding altijd hoger dan bij een bandje van het gen Amy-distal. Het gen Amy-proximal reageert sterker op aan of afwezigheid van zetmeel dan
het gen Amy-distal. Dat betekent dat
er een klein verschil is opgetreden tussen de beide genen van de genduplicatie.
Een nog
eerdere studie liet verschil tussen Amy-proximal
en Amy-distal zien in enzymactiviteit
per levensstadium. Voor de homozygoot 3,6 met band 3 op gen Amy-p en band 6 op gen Amy-d werd per band (van dezelfde
beesten) de enzymactiveit in larven en in volwassen vliegen bepaald. Het liet
zien dat in larven Amy-proximal het belangrijkste
gen van de twee is, en in volwassen vliegen Amy-distal
(Doane 1970).
|
Percentage
van de enzymactiviteit
|
|
|
Amy-p-3
|
Amy-d-6
|
Larven
|
0.71
|
0.29
|
Vliegen
|
0.23
|
0.77
|
Al met al:
genduplicatie en een beetje differentiatie tussen genen.
**************
Bahn,
1967. Crossing over in the chromosomal region
determining amylase isozymes in
Drosophila melanogaster. Hereditas 58:1-12.
Hickey en Benkel, 1982. Regulation of amylase activity in Drosophila
melanogaster: Effects of dietary carbohydrate. Biochemical Genetics 20:
1117–1129
Doane, W. W. (1970). Drosophila amylases
and problems in cellular differentiation. In Hanly, E. W. (ed.), RNA in
Development (Int. Symp. Prob. Biol., 1, 1969), University of Utah Press, Salt
Lake City, pp. 73–109.
Hickey en
Benkel, 1982. Regulation of amylase activity in Drosophila melanogaster:
Effects of dietary carbohydrate. Biochemical Genetics 20: 1117–1129
Geen opmerkingen:
Een reactie posten