Charles Darwin kocht op 26
november 1834 ergens in Uruguay een fossiele schedel, voor 18 pence. Het was
een enorme schedel, neushoornmaat, maar had bijtelvormige tanden die vaag aan
die van een knaagdier deden denken, en neusgaten hoog op zijn kop als bij een
zeekoe. Dat was de eerste vondst van het beest: het bleek een veel voorkoment
fossiel. Uit latere vondsten bleek dat het beest vijf vingers en vijf tenen
had, allemaal met hoefjes.
De offiële beschrijving werd
gedaan door Richard Owen, de meest vooraanstaande paleontoloog in Engeland van
zijn tijd. In 1838 kwam het eerste deel uit van:
THE ZOOLOGY OF THE VOYAGE OF H. M. S.
BEAGLE
FOSSIL MAMMALIA.
BY MR. OWEN.
Owen beschreef het onbekende zoogdier dat hij Toxodon platensis noemde, als " A gigantic extinct mammiferous
animal, referrible to the Order Pachydermata, but with affinities to the
Rodentia, Edentata, and Herbivorous Cetacea."
Namen werden in die tijd een
beetje anders gebruikt, maar Owen beschreef Toxodon
als "een dikhuid, met overeenkomsten met de knaagdieren, tandlozen en de
plantenetende walvissen". Met 'dikhuid' worden olifantachtigen, neushoorns
en nijlpaarden samengenomen, knaagdieren zijn knaagdieren, tandlozen zijn in
die tijd aardvark en gordeldier of luiaard, en met plantenetende walvissen zal
wel zeekoeien bedoeld zijn.
Toxodon: skelet, schedel, afmetingen en relconstructies |
Macrauchenia patachonica was een groot beest, met een
schouderhoogte van omstreeks 1 meter 80.
Grootte van Macrauchenia ten opzichte van mens. Skeletten van de heel vroege onevenhoevige Phenacodus (vooraan) en Macrauchenia (achter) |
Verschillende reconstructies van Macrauchenia patachonica |
De Meridiungulata,
uitgestorven, geografisch beperkt, veelsoortig waren voor lange tijd de enige
grazers en bladereters van Zuid-Amerika. Ze vulden dan ook alle niches die voor
grazers en bladeters beschikbaar zijn. Er zijn duidelijk equivalente niches met
huidige beesten elders. Naast neushoornequivalenten als Toxodon en olifantequivalenten als Macrauchenia waren er ecologische varianten op het konijn, Pachyrukhos, met springpoten, en op
vroege paardjes, als Diadiaphorus met
drie tenen en functioneel één hoef, en Thoatherium
met één hoef.
Buidelroofdier Cladosictis vangt Pachyrukos, een ecologisch equivalent van het konijn. |
Ecologische convergentie naar vroege paarden: Diadiaphorus, 120 cm hoog, 70 kg, en Thoatherium, 70 cm hoog
|
De oplossing ligt dan bij
het vergelijken van eiwitvolgorden en DNA volgorde, als je dat in handen zou
kunnen krijgen. ALS, want het gaat om uitgestorven soorten.
Toxodon en Macrauchenia
waren ongeveer de laatste soorten van de Meridiungulara die overbleven. Toxodon leefde van 2,6 miljoen jaar tot 16.500
jaar geleden, Macrauchenia van 7 miljoen jaar geleden tot 10.000 jaar geleden. Bovendien
waren ze groot. Dat maakt dat deze soorten de meest geschikte zijn om te
proberen restanten eiwit en DNA uit de fossielen te halen. Het is geprobeerd en
het lukte. Twee onderzoeksgroepen hebben resten kraakbeen gevonden en op
aminozuurvolgorde geanalyseerd, voor Toxodon
en voor Macrauchenia. Een andere
groep is erin geslaagd de volgorde van het DNA in de mitochondria van Macrauchenia te vinden. Aan de hand van
die volgordes van aminozuren in kraakbeen en van DNA basen in mitochondriaal
DNA kan gevonden worden waar deze soorten het best bij alle andere soorten
zoogdieren passen.
. De drie studies komen tot
dezelfde uitkomst: Macrauchenia en Toxodon horen in één groep, en op grond
van hun kraakbeeneiwit en hun mitochondriaal DNA is hun groep de zustergroep
van de onevenhoevigen De beide studies van de aminozuurvolgorde in kraakbeen
gebruikten vertegenwoordigers van alle groepen placentale zoogdieren en de buideldieren. Toxodon en Macrauchenia
bleken naast de onevenhoevigen terecht te komen. De onevenhoevigen – paarden,
tapirs en neushoorns – vormen samen een groep, de bekende orde Perissodactyla. Macrachenia en Toxodon hoorden bij elkaar, en vormen de zustergroep van de
onevenhoevigen. De onevenhoevigen lijken in kraakbeen meer op Macrauchenia en Toxodon dan op evenhoevigen als koeien, kamelen of zwijnen.
Hetzelfde werd gevonden aan
de hand van mitochondrial DNA. Macrauchenia is de zustersoort naast alle
onevenhoevigen samen..
Mitochondriaal
DNA: Macrauchenia als zustersoort van de onevenhoevigen.
|
******************
http://darwin-online.org.uk/ zoek op Toxodon
http://prehistoric-fauna.com/Macrauchenia-patagonica beste
plaatjes maar copyright, goede reconstructie met uitleg
https://nl.wikipedia.org/wiki/Didolodontidae Buckley M, 2015. Ancient collagen reveals evolutionary history of the endemic South American ungulates’. Proc. R. Soc. B 282: 20142671. http://dx.doi.org/10.1098/rspb.2014.2671
Cooper LN, et al, 2014. Anthracobunids from the Middle Eocene of India and Pakistan Are Stem Perissodactyls. PLoS ONE 9(10): e109232. doi:10.1371/journal.pone.0109232
Halliday, TJD, et al, 2017. Resolving the relationships of Paleocene placental mammals. Biol. Rev 92: 521–550. doi: 10.1111/brv.12242
Muizon, c., & RL Cifelli., 2000. The "condylarths" (archaic Ungulata, Mammalia) from the early Palaeocene of Tiupampa (Bolivia): implications on the origin of the South American ungulates. Geodiversitas 22:47-150
Welker, F., et al. 2015. Ancient proteins resolve the evolutionary history of Darwin’s South American ungulates. Nature 522: 81-84
Westbury, M., et al., 2017. A mitogenomic timetree for Darwin’s enigmatic South American mammal Macrauchenia patachonica. Nature communications 8:15951 | DOI: 10.1038/ncomms15951