Een mooie gedifferentieerde sortering is op grond van het volledige mitochondriale DNA, door de groep van Arnason in 2008 gepubliceerd. Dit is een studie met veel soorten – veel soorten is natuurlijk beter dan weinig soorten. De volledige fylogenetische boom op grond van het mitochondriaal DNA is:

Arnason Gene 2008 fig 2: zoals te zien is Arnason een voorstander van weer andere namen .... Boreoplacentalia zijn de zelfde beesten als Boreoeutheria, Laurasiaplacentalia dezelfde als Laurasiatheria.
In deze figuur is de eerste splitsing in de placentale zoogdieren weergegeven als een splitsing in drieën – Boreoeutheria, Xenarthra en Afrotheria. Dat is omdat in dit materiaal de statistische onderbouwing van elk van de drie mogelijke twee-aan-twee splitsingen niet genoeg verschilt om tot een van de drie mogelijke splitsingsvolgorden te besluiten. De splitsing

is op grond van zeven andere studies.
Wat is de indeling binnen elk van de vier hoofdgroepen?
Xenarthra geeft een splitsing tussen gordel dieren en luiaard+miereneters:

Arnason Gene 2008 Xenarthra
Afrotheria geeft een splitsing met aan de ene kant de drie groepen in de Paenungulata van de klassieke morfologie, en aan de andere kant drie groepen met insecteneters. De Paenungulata – de ‘bijna hoefdieren’ – zijn de olifanten met de zeekoeien en de klipdassen.

Arnason Gene 2008 Afrotheria
De Euarchontoglires geven een splitsing tussen de Euarchonta en de Glires, zoals enige kennis van potjeslatijn al doet vermoeden. De Glires zijn de knaagdieren plus de hazen en konijnen – die geen knaagdieren zijn. De knaagdieren hebben als snijtanden twee knaagtanden onder en twee boven, terwijl de hazen en konijnen ook nog een soort bijtanden hebben achter hun knaagtanden, zodat ze vier snijtanden onder en vier boven hebben. De Euarchonta zijn de tupaia’s, de vliegende lemuur, en alles wat aap heet. De knagende groep en de boombewonende groep zijn duidelijk gescheiden. De boombewoners zijn meest Oude-Wereld apen. De capucijneraap is de enige Nieuwe-Wereld aap in deze studie. Verder staan er nogal wat halfapen, als lori’s en lemuren. De vliegende lemuur is de orde Dermoptera.

Arnason Gene 2008 Euarchontoglires
In deze studie met mitochondriaal DNA wou de indeling van de tupaia’s ten opzichte van de rest van de Archonta statistisch niet volstrekt duidelijk zijn, en ook het spookdiertje (tarsier in het Engels) gaf problemen. De indeling in de meeste andere studies geeft dat tupaia’s de zustergroep vormen van de vliegende lemuren, als in het volgende schema.

Het spookdiertje komt weinig voor in moleculaire studies, en hier is er geen duidelijke plaatsing – en dat is erg jammer, omdat over het spookdiertje veel discussie is of geweest is. Staat het spookdiertje dichter bij de ‘apen’ of dichter bij de ‘halfapen’? Al met al, eerder bij de ‘apen’. Blogpostmaterie, ooit ....
De Laurasiatheria geven opeenvolgdende afsplitsingen van insectivoren, vleermuizen, evenhoevigen, onevenhoevigen, schubdieren en roofdieren. De plaatsing van de vleermuizen bij deze club kwam als een verrassing bij een eerste publicatie in 1999. Alle volgende publicaties deelden de vleermuizen bij de Laurasiatheria in: geen enkele twijfel hier.

Arnason Gene 2008 Laurasiatheria
Het was altijd al bekend dat de walvissen dicht bij de evenhoevigen stonden. In 1996 kwam het gerucht, op ICSEB V in Budapest, dat de walvissen moleculair zelfs BINNEN de evenhoevigen terecht gingen komen. Vanaf 1999 is dat ook altijd gevonden. Van de nu levende beesten zijn de nijlpaarden de naaste verwanten van de walvissen – maar hun voorliefde voor water is niet het gevolg van verwantschap!
Andere moleculaire gegevens, uit 1999:

fig 4.11 Freeman & Herron 4de druk 2007
SINE = Short INterspersed Element – een stukje rommel DNA zonder functie op een willekeurige plaats. Er is van 20 plaatsen aangegeven of een SINE aanwezig (1) is of afwezig (0). De plaatsen 4-7 geven aan dat walvis en nijlpaard samen een groep vormen: de whippo’s.
Vleermuizen en walvissen staan moleculair dichter bij elkaar dan vleermuizen en vliegende lemuur, of walvissen en zeekoeien. Levenswijze is iets heel anders dan moleculaire overeenkomst.
*********************
U. Arnason, J.A. Adegoke, A. Gullberg, E.H. Harley, A. Janke, M. Kullberg, 2008. Mitogenomic relationships of placental mammals and molecular estimates of their divergences Gene 421:37–51 R.J. Asher, N. Bennett, and T, Lehmann, 2009. The new framework for understanding placental mammal evolution. BioEssays 31:853–864.