Gert Korthof wees me op een artikel dat het vervolgverhaal over prestine net weer een andere draai geeft. Het is ook een artikel van de groep van Rossiter (net als Li 2008 en twee artikelen met Liu als eerste auteur uit 2010).
Tot nu toe waren er vrij weinig soorten van de Yangochiroptera, de grootste groep van kleine insectenetende vleermuizen, in de studie opgenomen. Nu is Yangochiroptera een grote groep met veel soorten, en kan onvoldoende vertegenwoordiging van een groep bij het sorteren artefacten geven. Meer Yangochiroptera was daarmee gewenst.
Bovendien zijn er een paar soorten uit de Yangochiroptera die aan dezelfde manier van echolocatie doen als de Oude Wereld bladneuzen en de hoefijzerneuzen uit de Yinochiroptera. Dat is echolocatie met een geluid dat bijna alleen uit één toonhoogte bestaat, de Constant Frequency echolocatie. De kaalrugvleermuis, Pteronotus parnellii, doet bijvoorbeeld aan CF echolocatie, terwijl hij tot de familie plooilip- of bladkinvleermuizen (Mormoopidae) van de Yangochiroptera behoort.
Mormoops megalophylla
Om te zien wat het opnemen van de kaalrugvleermuis, Pteronotus parnellii, en verwante vleermuizen doet met de indeling, werden er aan de studie prestines van vijf Yango-vleermuissoorten toegevoegd. Die soorten zijn:
Desmodus rotundus, de gewone of echte vampier, en Leptonycteris yerbabuenae van de familie Phyllostomidae (Bladneusvleermuizen van de Nieuwe Wereld), en Mormoops megalophylla de spookgezichtvleermuis, en Pteronotus parnellii, de kaalrugvleermuis, en Pteronotus davy, de kleine kaalrugvleermuis, van de familie plooilip- of bladkinvleermuizen (Mormoopidae).
Ik heb de prestines van deze soorten opgezocht in GeneBank. Sorteren op aminozuren in het prestine geeft dezelfde moleculaire indeling met en zonder deze vijf soorten: de vijf soorten komen gewoon in de Yango club terecht. Ik geef daarom hetzelfde plaatje als de vorige keer voor de moleculaire indeling op aminozuren van prestine:
Moleculaire indeling van prestine. De tandwalvissen en de CF-vleermuizen van de Yinochiroptera, de Oude Wereld bladneuzen en de hoefijzerneuzen, lijken op elkaar in prestine, meer dan de CF-vleermuizen van de Yinochiroptera lijken op Yangochiroptera met echolocatie of megabats.
Interessant is waar de kaalrugvleermuis, Pteronotus parnellii, terecht komt. Hij doet aan CF echolocatie maar is een Yango. Komt hij nu bij de CF-echolocatie of bij de Yango’s terecht?
Bij de Yango’s. Het prestine van de kaalrugvleermuis Pteronotus parnellii komt overeen met dat van zijn zustersoort Pteronotus davy, de kleine kaalrugvleermuis. Dat betekent dat CF-echolocatie en prestinestructuur niet oorzakelijk samenhangen.
De moleculaire indeling geeft nog steeds dat de tandwalvissen met hun sonar en de Oude Wereld bladneuzen en hoefijzerneuzen min of meer overeenkomende prestines hebben. Ook geeft de moleculaire indeling aan dat de megabats en de verwante Oude Wereld bladneuzen en hoefijzerneuzen heel ander prestine hebben. Dat is over het geheel genomen. Zijn er specifieke aminozuren die voor alle met echolocatie gelijk zijn?
Er waren twee aminozuurvervangingen die specifiek leken. Vorige blogpost hadden we threonine in plaats van arginine op plaats 7 voor alle vleermuizen met echolocatie en leucine in plaats van phenylalanine op plaats 26 voor de Yangochiroptera en de Oude Wereld bladneuzen en hoefijzerneuzen. Blijft dat? Nee.
Alle vijf toegevoegde Yango-soorten uit de Phyllostomidae en de Mormoopidae hebben arginine op plaats 7. Daarmee vervalt de aminozuurvervanging threonine naar arginine op plaats 7 als een mogelijk functioneel belangrijke plaats. Alle vijf toegevoegde soorten hebben leucine op plaats 26, en niet phenylalanine zoals alle bekeken niet-vleermuis beesten. Daarmee blijft alleen plaats 26 als mogelijk belangrijk over. Dat aminozuur zit vrij aan het begin van het eiwit, binnen de cel –zie figuur in http://evolutiebiologie.blogspot.com/2011/11/echolocatie-en-horen-prestine.html
Nu zou prestine ook niet noodzakelijkerwijs te maken hebben met CF-echolocatie. Prestine is een motoreiwit uit de geluidsversterker in het oor. Misschien heeft de prestinesamenstelling eerder met de frequentie van het geluid te maken. Dan zouden functieverschillen van prestinevormen met verschillende aminozuursamenstelling bestudeerd moeten worden. Die functionele benadering ontbreekt. We hebben alleen publicaties met correlaties, geen publicaties met een causale benadering.
*************************
Rhinolophidae http://nl.wikipedia.org/wiki/Hoefijzerneuzen
Hipposideridae http://nl.wikipedia.org/wiki/Bladneusvleermuizen_van_de_Oude_Wereld
http://evolutiebiologie.blogspot.com/2011/08/makkelijk-te-onthouden-namen-nee.html
Pteronotus davyi kleine kaalrugvleermuis http://nl.wikipedia.org/wiki/Kleine_kaalrugvleermuis
S.J. Rossiter, S. Zhang & Y. Liu, 2011. Prestin and high frequency hearing in mammals. Communicative & Integrative biology 4: 236 – 239. http://dx.doi.org/10.4161/cib.4.2.14647
B. Shen, R. Avila-Flores, Y. Liu, S.J. Rossiter & S. Zhang. 2011. Prestin shows divergent evolution between constant frequency bats. Journal of Molecular Evolution, 24 September 2011 online.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten