Scansoriopterygidae
is de naam van Epidexipteryx, Yi qi, Ambopteryx en nog twee fossielen samen. Ze verschillen wat onderling,
en daarom werden ze niet als soorten van één geslacht maar als soorten van één
familie benoemd. Of het geslacht of familie is is wat arbitrair – paleontologen
houden er zo te zien van een andere geslachtsnaam te geven. Maar duidelijk is
dat de fossielen Epidexipteryx, Yi qi, Ambopteryx en nog twee fossielen bij elkaar horen. Dat komt steeds als uitkomst
uit de indelingen waarbij deze vijf fossiel samen met vele andere dinosauriërs
ingedeeld worden.
Welke twee
andere fossielen? Het gaat om Scansoriopteryx
heilmanni en Epidendrosaurus
ningchengensis. Beide soorten zijn bekend
van één exemplaar, net als Epidexipteryx,
Yi qi en Ambopteryx. Ze zien er als volgt uit, waarin het rode pijltje naar
de derde vinger wijst:
In beide
figuren is een zwart balkje zichtbaar, dat de afmetingen geeft: het zwarte
balkje is 1cm lang. Het gaat dus om kleine beestjes. Bovendien gaat het in
beide gevallen om heel jonge dieren. Ondanks dat de fossielen eruit zien als
platgereden egel, is er best nog wat van te maken. Veel van de botjes zijn er.
(Wikimedia Jaime
Headden)
De
skeletjes zijn zo sterk hetzelfde dat er gedacht wordt dat het om dezelfde
soort gaat. Die soort wordt dan meestal Epidendrosaurus
ninchengensis genoemd.
De twee
namen betekenen zo'n beetje: 'klimmende vleugel' en 'op boom dino'. Het eerste
idee over de levenswijzen van Epidendrosaurus
was dan ook een boomklimmer, voor de beschrijvers van de fossielen. Dat idee van 'boomklimmen' kwam van de lange
derde vinger (zie rode pijltjes in het fossiel). Een vroege reconstructie, uit
2011, laat een klimmend kuiken zien, met veren op de voorpoten. Een beetje een Anchiornis voorpoot, en duidelijk voor
het idee van vleerdino met Yi qi
begon.
Klimmend Epidendrosaurus / Scansoriopteryx kuiken, reconstructie 2011 |
BIj deze
groep fossielen met vier soorten is het duidelijk hoe details van het ene
fossiel als hypothese voor de reconstructie van een ander fossiel geleend
worden.
Scansoriopteryx werd het eerste gevonden, had
lange armen en had duidelijk een lange derde vinger.
Epidexipteryx werd als tweede gevonden, had
lange armen en mogelijk een lange hand: de hypothese is dat de derde vinger de
langste is. De staart is kort, met vier lange lintvormige veren.
Yi qi werd als derde gevonden. De achterkant van Yi qi
ontbreekt in het fossiel, maar in de reconstructies krijgt hij een korte staart
met vier lange veren, als Epidexipteryx.
Ambopteryx werd als vierde gevonden, zonder
detail van de kop, alleen de vorm. In de reconstructies is de hypothese dat de
tanden overeenkomen met die van Epidexipteryx
en Yi qi, naar voren uitstekend. Ambopteryx had duidelijk een korte
staart, de staartveren worden weer gereconstureerd als die van Epidexipteryx.
Bij geen
van de vijf fossielen zijn veren met een schacht en baarden zichtbaar. Bij Epidexipteryx, Yi qi en Ambopteryx zijn duidelijk draadvormige
veren, dinodons, aanwezig. De reconstructie met het klimmende kuiken voor Epidendrosaurus geeft dinodons als
hypothese voor de bekleding van het lijf.
Al met al
is dit voor alle vier soorten de verstandigste reconstructie, al zit er iets in
dat niet gedocumenteerd is: de snavel.
********
S.A. Czerkas
en . Feduccia, 2014. Jurassic archosaur is a non-dinosaurian bird. Journal of Ornithology 155:841–851 DOI 10.1007/s10336-014-1098-9 (beschikbaar Scansoriopteryx artikel)
F. Zhang et al, 2002. A juvenile
coelurosaurian theropod from China indicates arboreal habits. Naturwissenschaften
89:394–398
Geen opmerkingen:
Een reactie posten